Quantcast
Channel: Projecten Managen » reflecteren
Viewing all articles
Browse latest Browse all 7

Leren van filosofen

0
0

Grote filosofen proberen antwoord te geven op nog grotere (levens-) vraag-stukken. Waar komt de wereld vandaan? Wie ben jij? Wat is waar? Complexe vragen die niet één, twee, drie te beant-woorden zijn. Vele grote ……levensvraagstukken zijn voor vele mensen nog steeds niet beantwoord. Maar in de 2500 jaar Europese filosofie is er wel een interessante ontwikkeling gaande in de zoektocht naar het beantwoorden van complexe vraagstukken in het algemeen. Wellicht kan het bestuderen van die filosofische ontwikkeling ons helpen antwoord te vinden op de vraag waarom het zo lastig is om hedendaagse complexe vraagstukken te managen.

Socrates

Voor de eerste Europese filosofen moeten we terug naar 500 voor Christus. Socrates (470-399 v Ch) bijt (althans in dit overzicht) het spits af. Op de markt in Athene gedroeg Socrates zich als een domme passant. Hij stelde veel vragen aan voorbijgangers om kennis te vergaren. Hij deed daarbij alsof hij niets wist (‘Socratische ironie’) om anderen tot inzicht te brengen, en zo van binnen uit te antwoorden. Dat antwoord hielp hem dan weer verder in zijn ambitie om antwoord te vinden op complexe levensvragen. Voor Socrates sneed het mes aan twee kanten: de voorbijganger kwam tot inzicht omdat hij moest nadenken over een antwoord, en Socrates zelf was en bleef, via deze dialoogvorm, slimmer dan de rest: Hij verrijkte zijn kennis. De basis voor kennis zat voor Socrates in de rede. Hij wordt dan ook met recht een rationalist genoemd. Een rationalist is iemand die vertrouwen heeft in de betekenis van het vermogen tot denken.

Plato en Aristoteles

Ook Socrates’ tijdgenoot en leerling Plato (427-347 v Ch) was ervan overtuigd dat er één absolute waarheid bestaat. Plato omschreef die waarheid als ‘de wereld achter de zintuigelijke wereld’. Een zintuigelijke wereld wordt gevormd door het ware, het schone en het goede. De wereld daarachter is de ideeënwereld. Dààr zitten de eeuwige en onveranderlijke modellen van ons denken in verankerd. Plato richtte een academie op om jong filosofisch talent de kans te bieden iets eeuwigs in die modellen te ontdekken. De nauwkeurig en precieze Aristoteles (384-322 v Ch) was één van de eerste studenten aan Plato’s academie. Niet vreemd dat juist hij de basis voor de logica legde, die we ook vandaag de dag nog steeds hanteren. Aristoteles stelde dat ‘mensen het vermogen tot denken bezitten, en dus …’. Daarmee wordt ook hij tot de rationalisten gerekend. Aristoteles was meer doende met het ‘kunnen’ dan met het ‘doen’. Zijn aandacht ging vooral uit naar de voorspellende waarde van de logica.

Van oudheid, via middeleeuwen naar Renaissance

Socrates, Plato en Aristoteles legde een stevige basis voor de rede. Logica, denken, rationaliseren, absolute waarheid en voorspellen. Complexe vragen als ‘Wat is de relatie tussen ziel en lichaam?’ en ‘Wat is de zekerheid van de kennis?’ bleven daarmee onbeantwoord…

Jaren later worstelden Aurelius Augustinus (354-430) in de middeleeuwen, Thomas van Acquino (1225-1274) in de Renaissance, en Isaac Newton (1642-1727) in de meer recente geschiedenis nog steeds met die vraagstukken. Laatstgenoemde hield er een extreem mechanistisch wereldbeeld op na en stelde dat de wereld één grote machine is waarin alles van te voren bepaald is. Deze deterministische gedachtegang heeft ook vandaag de dag een dominante plaats in ons denken verworven.

Descartes en Spinoza

Tweeduizend jaar na Socrates was er weer een filosoof die al vragen stellend wijzer werd: René Descartes (1596-1650), eveneens rationalistisch van aard. Trekkend door Europa ging Descartes op zoek naar het antwoord op de vraag wat de relatie tussen ziel en lichaam kon zijn. En ondanks de vele overeenkomsten tussen Socrates en Descartes, waren er ook opmerkelijke verschillen. Die verschillen maakte dat Descartes de boeken inging als de grondlegger van een nieuw filosofisch systeem. Passend bij zijn gedachtegang bouwde hij een nieuwe filosofie vanaf de grond op. Opmerkelijk in zijn filosofie, zeker vergelijken met de dominante deterministische inslag, waren de behoefte aan empirie (‘ik wil het gezien hebben’, in plaats van ‘ik wil het kunnen beredeneren’) en het verkrijgen van inzicht in de aard van het bestaan. Descartes wilde de ‘waarom-vraag’ kunnen beantwoorden. Hij brak daarmee de traditie van oorzaak-gevolg-denken, ingezet door Aristoteles en tot en met de periode van Newton stevig aangehangen door tal van denkers. De behoefte aan verklaring werd voortgezet door de Nederlander Spinoza (1632-1677). Volgens Spinoza bestaat er maar één substantie, en hangt alles met alles samen. Een van de kernpunten uit zijn filosofie was dat hij de dingen vanuit het perspectief van de eeuwigheid wilde zien. Alles hangt met alles samen, dus wat je ook bestudeerd, het is een onderdeel van een groter geheel. Een levend wezen is volgens Spinoza oorzaak en gevolg tegelijkertijd.

Empirist Hume

Daar waar Descartes en Spinoza behoefte hadden aan empirie, naast de rede van de rationalisten, was Hume (1711-1776) de eerste filosoof die voluit ‘empirist’ genoemd kon worden. Hume maakte zich niet druk over de oorzaak (verleden) of het gevolg (toekomst), maar was enkel bezig met wat er zich in het hier en nu afspeelde. Hij was van mening dat complexe, in de geest geconstrueerde ideeën teruggebracht konden worden tot eenvoudige indrukken in het heden. Een aantal basisindrukken, of basiswaarden zouden voldoende moeten zijn om de complexe wereld te kunnen begrijpen.

Complexiteitsdenken

Bovenstaande snelle vlucht over de ontwikkelingen in de Europese filosofie kan helpen bij het begrijpen van complexe vraagstukken. Zoals gezegd wordt vandaag de dag veel geredeneerd vanuit het determinisme. Vanuit dat perspectief van Socrates, Plato en Aristoteles uit de oudheid, tot en met Newton uit de 17de eeuw, is de wereld bekend, beheersbaar, voorspelbaar en te coördineren. Het opbreken van een complex probleem in deelproblemen, en het stellen van concrete doelen die behaald moeten worden, kenmerken de bijpassende aanpak.

Acteren vanuit het perspectief waarvoor filosofen als Descartes, Spinoza en Hume een aanzet hebben gegeven, leidt tot een lens om door naar de wereld te kijken; een lens die vandaag de dag het ‘complexiteitsdenken’ wordt genoemd. In dat perspectief is een sleutelrol weggelegd voor het aangaan van verbindingen, het leren omgaan met vaagheid en onzekerheid, en zelforganisatie. Een benadering van een complex probleem vanuit het perspectief van het complexiteitsdenken levert een vernieuwende aanpak op.

 

Nicoline Mulder (overzicht gebaseerd op ‘De wereld van Sofie’, van J. Gaarder)

Nicoline Mulder promoveert in december 2012 bij de Technische Universiteit Eindhoven met het proefschrift: “Value-based Project Management: Een aanpak voor chaordische projecten vanuit het perspectief van het complexiteitsdenken.”


Viewing all articles
Browse latest Browse all 7

Latest Images

Bulova Accutron

Bulova Accutron

Bulova Accutron

Bulova Accutron

Bulova Accutron

Bulova Accutron

Bulova Accutron

Bulova Accutron

Bulova Accutron

Bulova Accutron

Reglex 10 servicebeurt

Reglex 10 servicebeurt

Reglex 10 servicebeurt

Reglex 10 servicebeurt

Reglex 10 servicebeurt

Reglex 10 servicebeurt

Reglex 10 servicebeurt

Reglex 10 servicebeurt